BESLUITENLIJST VAN GRD

Gemeente Holsbeek

Zitting van donderdag 19 december 2024

Raadzaal gemeentehuis, Dutselstraat 15 om 20:00

De burgemeester maakt via de webtoepassing van de gemeente een lijst met besluiten van de gemeenteraad bekend (artikel 285, §1 Decreet lokaal bestuur)

 

 

Overzicht punten

Zitting van GRD van 19 12 2024

 

gemeenteraadslid - onderzoek geloofsbrieven - eedaflegging - bepaling rangorde

 

 

Voorgeschiedenis

        De installatiezitting van de gemeenteraad op 3 december 2024.

        André Sibbald is afwezig op de installatievergadering.

 

Juridische gronden

        Decreet over het lokaal bestuur, artikel 6, 8, 9, 10, 11, 14.

        Het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011, artikel 8, 11, 58, 169

        Omzendbrief KBBJ/ABB 2024/2 over de start van de lokale en provinciale bestuursperiode

 

Argumentatie

        De gemeenteraad onderzoekt de geloofsbrieven van de verkozenen. De gemeenteraad gaat na of de verkozenen nog voldoen aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden en zij zich niet bevinden in een situatie van onverenigbaarheid.

        De rangorde van de gemeenteraadsleden wordt vastgesteld aan de hand van de anciënniteit van de raadsleden. De anciënniteit omvat de hele tijdsduur waarin een gemeenteraadslid deel heeft uitgemaakt van de gemeenteraad.

        Bij gelijke anciënniteit neemt het gemeenteraadslid dat bij de laatste vernieuwing van de gemeenteraad het hoogste aantal naamstemmen heeft behaald een hogere rang in.

 

BESLUIT

Eenparig

 

Artikel 1.

De gemeenteraad keurt de geloofsbrieven goed van verkozene André Sibbald.

 

Art. 2.

De gemeenteraad  neemt kennis van de eedaflegging van verkozene André Sibbald op 19 december 2024.

 

Art. 3.

De rangorde van de gemeenteraadsleden is als volgt vastgesteld:

Gemeenteraadslid

Rang

Achille Claes

eerste raadslid

Hans Eyssen

tweede raadslid

Rudy Janssens

derde raadslid

Anne Van Goidsenhoven

vierde raadslid

Ann Spaepen

vijfde raadslid

Bram Van Baelen

zesde raadslid

Sabine Wyns

zevende raadslid

Anja Peeten

achtste raadslid

Kim Theys

negende raadslid

Suzy Vanderheyden

tiende raadslid

Marc Van Looy

elfde raadslid

Katia Verheyen

twaalfde raadslid

Tine Binnemans

dertiende raadslid

Karel Jacobs

veertiende raadslid

Zeger Jespers

vijftiende raadslid

Conny Deroost

zestiende raadslid

André Sibbald

zeventiende raadslid

Nele Barthier

achttiende raadslid

Stijn Den Tempst

negentiende raadslid

Jana De Rijck

twintigste raadslid

Filip Lefebre

eenentwintigste raadslid

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2024
Overzicht punten

Zitting van GRD van 19 12 2024

 

Fracties - definitieve vaststelling

 

 

Voorgeschiedenis

        Besluit van de gemeenteraad van 3 december 2024
De gemeenteraad stelt de grootte  en de samenstelling van de fracties voorlopig vast.

 

Feiten en context

        De eedaflegging van heden van verkozene André Sibbald.

 

Juridische gronden

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 36

        Het lokaal en provinciaal kiesdecreet van 8 juli 2011, artikel 71, vijfde lid

        Omzendbrief KBBJ/ABB 2024/2 over de start van de lokale en provinciale bestuursperiode

 

Argumentatie

        Een of meer gemeenteraadsleden die op dezelfde lijst verkozen zijn, vormen een fractie. In afwijking van dit algemene principe kunnen de kandidaat-gemeenteraadsleden die op dezelfde lijst verkozen zijn, twee fracties in de gemeenteraad vormen, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan ( art. 36, §2, DLB en art. 71, vijfde lid LPKD). De verkozenen op één lijst kunnen echter in geen geval meer dan twee fracties vormen in de gemeenteraad.

        De fractiegrootte blijft gedurende de volledige bestuursperiode behouden. Daarop bestaat slechts één uitzondering. Het aantal zetels van een fractie kan wijzigen als een raadslid behorende tot een kartellijst gedurende de bestuursperiode wordt opgevolgd door een raadslid dat tot de andere fractie van de kartellijst behoort.

        De fractiegrootte wordt vastgesteld op basis van het aantal effectieve raadsleden dat voor die fractie de eed heeft afgelegd. Er wordt geen rekening gehouden met een plaatsvervangend raadslid dat omwille van een wettelijke verhindering van een ander raadslid de eed heeft afgelegd.

        Er is geen enkele lijst die in de akte van voordracht van kandidaten, als vermeld in  artikel 71 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet heeft aangegeven te splitsen in twee fracties. De gemeenteraadsleden die verkozen zijn op eenzelfde lijst, vormen één fractie.

 

BESLUIT

Eenparig

 

Artikel 1.

De gemeenteraad stelt de grootte van de fracties als volgt vast:

Naam fractie

Aantal zetels

Team Holsbeek

12

N-VA

3

GROEN Holsbeek

3

Holsbeek Beweegt

3

 

Art. 2.

De gemeenteraad stelt de samenstelling van de fracties als volgt vast:

Naam gemeenteraadslid

Fractie

Bram Van Baelen

Team Holsbeek

Hans Eyssen

Team Holsbeek

Ann Spaepen

Team Holsbeek

Karel Jacobs

Team Holsbeek

Rudy Janssens

Team Holsbeek

Anne Van Goidsenhoven

Team Holsbeek

Marc Van Looy

Team Holsbeek

Zeger Jespers

Team Holsbeek

Tine Binnemans

Team Holsbeek

Conny Deroost

Team Holsbeek

Suzy Vanderheyden

Team Holsbeek

Katia Verheyen

Team Holsbeek

Sabine Wyns

N-VA

Nele Barthier

N-VA

Stijn den Tempst

N-VA

Anja Peeten

GROEN Holsbeek

Jana De Rijck

GROEN Holsbeek

Filip Lefebre

GROEN Holsbeek

Achille Claes

Holsbeek Beweegt

Kim Theys

Holsbeek Beweegt

André Sibbald

Holsbeek Beweegt

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2024
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van GRD van 19 12 2024

 

Kerkfabriek Sint-Catharina - budget 2025 - kennisneming

 

 

Feiten en context

        Het budget van kerkfabriek Sint-Catharina is toegekomen bij de gemeente op 3 oktober 2024

 

Juridische gronden

        Artikelen 45-50 (kennisneming budget) van het Eredienstendecreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.

        Indien het budget past binnen het goedgekeurde meerjarenplan, dan neemt de gemeenteraad kennis van het budget binnen een termijn van 50 dagen die ingaat op de dag van het inkomen van het budget bij de gemeente.

        Het exploitatiebudget past in het meerjarenplan als de gemeentelijke toelage niet meer bedraagt dan wat in het meerjarenplan is goedgekeurd als gemeentelijke toelage.

 

BESLUIT

Artikel 1.

De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2025 van de kerkfabriek Sint-Catharina.

 

Art. 2

Van deze kennisneming wordt een afschrift bezorgd aan:

        het centraal kerkbestuur

        de kerkfabriek

        het erkend representatief orgaan

        de provinciegouverneur.

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2024
Punt bijlagen/links St. Catharina KD - 202409231270263 Beleidsnota bij budget 2025.pdf Download
St. Catharina KD - 02409201269322 Budget_officieleversie.pdf Download
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van GRD van 19 12 2024

 

Kerkfabriek Sint-Carolus - budget 2025 - kennisneming

 

 

Feiten en context

        Het budget van kerkfabriek Sint-Carolus is toegekomen bij de gemeente op 3 oktober 2024

 

Juridische gronden

        Artikelen 45-50 (kennisneming budget) van het Eredienstendecreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.

        Indien het budget past binnen het goedgekeurde meerjarenplan, dan neemt de gemeenteraad kennis van het budget binnen een termijn van 50 dagen die ingaat op de dag van het inkomen van het budget bij de gemeente.

        Het exploitatiebudget past in het meerjarenplan als de gemeentelijke toelage niet meer bedraagt dan wat in het meerjarenplan is goedgekeurd als gemeentelijke toelage.

 

BESLUIT

Artikel 1.

De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2025 van de kerkfabriek Sint-Carolus.

 

Art. 2.

Van deze kennisneming wordt een afschrift bezorgd aan:

        het centraal kerkbestuur

        de kerkfabriek

        het erkend representatief orgaan

        de provinciegouverneur.

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2024
Punt bijlagen/links 202407111224955 nota_budget_2025.pdf Download
St.Carolus 202407101224697 Budget_officieleversie-St.Carolus.pdf Download
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van GRD van 19 12 2024

 

Kerkfabriek Sint-Lambertus - budget 2025 - kennisneming

 

 

Feiten en context

        Het budget van kerkfabriek Sint-Lambertus is toegekomen bij de gemeente op 3 oktober 2024

 

Juridische gronden

        Artikelen 45-50 (kennisneming budget) van het Eredienstendecreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.

        Indien het budget past binnen het goedgekeurde meerjarenplan, dan neemt de gemeenteraad kennis van het budget binnen een termijn van 50 dagen die ingaat op de dag van het inkomen van het budget bij de gemeente.

        Het exploitatiebudget past in het meerjarenplan als de gemeentelijke toelage niet meer bedraagt dan wat in het meerjarenplan is goedgekeurd als gemeentelijke toelage.

 

BESLUIT

Artikel 1.

De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2025 van de kerkfabriek Sint-Lambertus.

 

Art. 2

Van deze kennisneming wordt een afschrift bezorgd aan:

        het centraal kerkbestuur

        de kerkfabriek

        het erkend representatief orgaan

        de provinciegouverneur.

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2024
Punt bijlagen/links St. Lambertus - 202405121188928 Beleidsnota bij budget 2025.pdf Download
St. Lambertus - 202405121188926 Budget_officieleversie.pdf Download
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van GRD van 19 12 2024

 

Kerkfabriek Sint-Maurus - budget 2025 - kennisneming

 

 

Feiten en context

        Het budget van kerkfabriek Sint-Maurus is toegekomen bij de gemeente op 3 oktober 2024

 

Juridische gronden

        Artikelen 45-50 (kennisneming budget) van het Eredienstendecreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.

        Indien het budget past binnen het goedgekeurde meerjarenplan, dan neemt de gemeenteraad kennis van het budget binnen een termijn van 50 dagen die ingaat op de dag van het inkomen van het budget bij de gemeente.

        Het exploitatiebudget past in het meerjarenplan als de gemeentelijke toelage niet meer bedraagt dan wat in het meerjarenplan is goedgekeurd als gemeentelijke toelage.

 

BESLUIT

Artikel 1.

De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2025 van de kerkfabriek Sint-Maurus.

 

Art. 2

Van deze kennisneming wordt een afschrift bezorgd aan:

        het centraal kerkbestuur

        de kerkfabriek

        het erkend representatief orgaan

        de provinciegouverneur.

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2024
Punt bijlagen/links St. Maurus - 202407301250908 Beleidsnota budget 2025.pdf Download
St. Maurus - 202407301250906 Budget_integraleversie.pdf Download
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van GRD van 19 12 2024

 

Kerkfabriek Sint-Pieter - budget 2025 - kennisneming

 

 

Feiten en context

        Het budget van kerkfabriek Sint-Pieter is toegekomen bij de gemeente op 3 oktober 2024

 

Juridische gronden

        Artikelen 45-50 (kennisneming budget) van het Eredienstendecreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.

        Indien het budget past binnen het goedgekeurde meerjarenplan, dan neemt de gemeenteraad kennis van het budget binnen een termijn van 50 dagen die ingaat op de dag van het inkomen van het budget bij de gemeente.

        Het exploitatiebudget past in het meerjarenplan als de gemeentelijke toelage niet meer bedraagt dan wat in het meerjarenplan is goedgekeurd als gemeentelijke toelage.

 

BESLUIT

Artikel 1.

De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2025 van de kerkfabriek Sint-Pieter.

 

Art. 2.

Van deze kennisneming wordt een afschrift bezorgd aan:

        het centraal kerkbestuur

        de kerkfabriek

        het erkend representatief orgaan

        de provinciegouverneur.

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2024
Punt bijlagen/links St. Pieter - 202408251257640 KR- Budget_2025 - Beleidsnota_20240606.pdf Download
St. Pieter 202408251257604 Budget_officieleversie.pdf Download
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van GRD van 19 12 2024

 

Herziening meerjarenplan - gemeente - vaststelling

 

 

Voorgeschiedenis

        Raadsbesluit van 17 december 2019
De raad keurt het meerjarenplan 2020-2025 goed.

        Raadsbesluit van 8 september 2020
De raad keurt het herziene meerjarenplan 2020-2025 goed.

        Raadsbesluit van 15 december 2020
De raad keurt het herziene meerjarenplan 2020-2025 goed.

        Raadsbesluit van 14 september 2021
De raad keurt het herziene meerjarenplan 2020-2025 goed.

        Raadsbesluit van 21 december 2021
De raad keurt het herziene meerjarenplan 2020-2025 goed.

        Raadsbesluit van 13 september 2022
De raad keurt het herziene meerjarenplan 2020-2025 goed.

        Raadsbesluit van 20 december 2022
De raad keurt het herziene meerjarenplan 2020-2025 goed.

        Raadsbesluit van 12 september 2023
De raad keurt het herziene meerjarenplan 2020-2025 goed.

        Raadsbesluit van 19 december 2023
De raad keurt het herziene meerjarenplan 2020-2025 goed.

        Raadsbesluit van 2 juli 2024
De raad keurt het herziene meerjarenplan 2020-2025 goed.

        E-mail van 4 december 2024 aan de raadsleden.
Het beleidsrapport herziening meerjarenplan 2020-2025 met de toelichting en de documentatiebundel worden in ontwerp meegedeeld aan de raadsleden.

 

Feiten en context

        In de BBC-cyclus wordt de beleids- en financiële planning opgemaakt vanuit een meerjarig perspectief. Het meerjarenplan vormt de basis voor het beleid van het bestuur gedurende de hele beleidsperiode.

        Gemeente en OCMW hebben één geïntegreerd meerjarenplan, maar omdat het 2 afzonderlijke rechtspersonen zijn hebben zowel de gemeenteraad als de OCMW-raad een eigen bevoegdheid bij de vaststelling van (de herziening) ervan:

        De OCMW-raad stelt zijn deel van het (herziene) meerjarenplan vast

        De gemeenteraad stelt zijn deel van het (herziene) meerjarenplan vast

        De gemeenteraad keurt het deel van het (herziene) meerjarenplan dat de OCMW-raad heeft vastgesteld goed, waardoor het (herziene) meerjarenplan definitief is vastgesteld.

        Het beleidsrapport herziening meerjarenplan 2020-2025 bestaat uit 3 delen :

        de strategische nota met een omschrijving van de verwachte uitgaven en ontvangsten

        voor elk van de 4 prioritaire actieplannen

        voor het totaal van de niet prioritaire actieplannen

        de financiële nota met

        het financieel doelstellingenplan

        de staat van het financieel evenwicht

        het overzicht van de kredieten (apart voor de OCMW-werking en de gemeentewerking)

        de toelichting met een motivering van de aanpassingen en de gewijzigde financiële risico's en grondslagen.

        Bij het beleidsrapport meerjarenplan 2020-2025, zit ook nog een documentatiebundel met o.a. het totaaloverzicht van de beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties met de ramingen.

        Het ontwerp van het beleidsrapport "herziening meerjarenplan 2020-2025" werd besproken in de raadscommissie financiën op 12 december 2024.

 

Juridische gronden

        Artikelen 249 t.e.m. 259 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2019 De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen over hun deel van elk beleidsrapport. Nadat de raden zo het beleidsrapport elk voor hun deel hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed.

        Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC)

        Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (MB BBC)

        Omzendbrief KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025

 

Adviezen

        Gunstig advies van het managementteam van 3 december 2024.

 

Argumentatie

        De herziening meerjarenplan 2020-2025 is financieel in evenwicht. Ze voldoet aan volgende 2 voorwaarden :

        het geraamd budgettair resultaat is in geen enkel jaar negatief (toestandsevenwicht)

        de geraamde autofinancieringsmarge voor 2025 is minstens gelijk aan nul (structureel evenwicht)

 

Bijlagen

        Beleidsrapport herziening meerjarenplan 2020-2025/december 2024

 

BESLUIT

Met 12 ja-stemmen van Marc Van Looy, Bram Van Baelen, Hans Eyssen, Rudy Janssens, Anne Van Goidsenhoven, Karel Jacobs, Ann Spaepen, Suzy Vanderheyden, Katia Verheyen, Tine Binnemans, Zeger Jespers en Conny Deroost

3 neen-stemmen van Anja Peeten, Jana De Rijck en Filip Lefebre

6 onthoudingen van Achille Claes, Sabine Wyns, Kim Theys, André Sibbald, Nele Barthier en Stijn Den Tempst

 

Artikel 1.

De gemeenteraad stelt het beleidsrapport herziening meerjarenplan 2020-2025/december 2024, als bijlage bij dit besluit, vast met betrekking tot zijn deel.

 

Art. 2.

Dit besluit wordt gepubliceerd op de gemeentelijke website.

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2024
Punt bijlagen/links Herziening meerjarenplan 2020-2025 - december 2024.pdf Download
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van GRD van 19 12 2024

 

Herziening meerjarenplan - goedkeuring deel OCMW - definitieve vaststelling herziening geïntegreerd meerjarenplan

 

 

Voorgeschiedenis

        Raadsbesluit van 17 december 2019
De raad keurt het meerjarenplan 2020-2025 goed.

        Raadsbesluit van 8 september 2020
De raad keurt het herziene meerjarenplan 2020-2025 goed.

        Raadsbesluit van 15 december 2020
De raad keurt het herziene meerjarenplan 2020-2025 goed.

        Raadsbesluit van 14 september 2021
De raad keurt het herziene meerjarenplan 2020-2025 goed.

        Raadsbesluit van 21 december 2021
De raad keurt het herziene meerjarenplan 2020-2025 goed.

        Raadsbesluit van 13 september 2022
De raad keurt het herziene meerjarenplan 2020-2025 goed.

        Raadsbesluit van 20 december 2022
De raad keurt het herziene meerjarenplan 2020-2025 goed.

        Raadsbesluit van 12 september 2023
De raad keurt het herziene meerjarenplan 2020-2025 goed.

        Raadsbesluit van 19 december 2023
De raad keurt het herziene meerjarenplan 2020-2025 goed.

        Raadsbesluit van 2 juli 2024
De raad keurt het herziene meerjarenplan 2020-2025 goed.

        E-mail van 4 december 2024 aan de raadsleden.
Het beleidsrapport herziening meerjarenplan 2020-2025 met de toelichting en de documentatiebundel worden in ontwerp meegedeeld aan de raadsleden.

 

Feiten en context

In de BBC-cyclus wordt de beleids- en financiële planning opgemaakt vanuit een meerjarig perspectief. Het meerjarenplan vormt de basis voor het beleid van het bestuur gedurende de hele beleidsperiode.

        Gemeente en OCMW hebben één geïntegreerd meerjarenplan, maar omdat het 2 afzonderlijke rechtspersonen zijn hebben zowel de gemeenteraad als de OCMW-raad een eigen bevoegdheid bij de vaststelling van (de herziening) ervan:

        De OCMW-raad stelt zijn deel van het (herziene) meerjarenplan vast 

        De gemeenteraad stelt zijn deel van het (herziene) meerjarenplan vast

        De gemeenteraad keurt het deel van het (herziene) meerjarenplan dat de OCMW-raad heeft vastgesteld goed, waardoor het (herziene) meerjarenplan definitief is vastgesteld.

        Het beleidsrapport herziening meerjarenplan 2020-2025 bestaat uit 3 delen :

        de strategische nota met een omschrijving van de verwachte uitgaven en ontvangsten

        voor elk van de 4 prioritaire actieplannen

        voor het totaal van de niet prioritaire actieplannen

        de financiële nota met

        het financieel doelstellingenplan

        de staat van het financieel evenwicht

        het overzicht van de kredieten (apart voor de OCMW-werking en de gemeentewerking)

        de toelichting met een motivering van de aanpassingen en de gewijzigde financiële risico's en grondslagen.

        Bij het beleidsrapport meerjarenplan 2020-2025, zit ook nog een documentatiebundel met o.a. het totaaloverzicht van de beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties met de ramingen.

        Het ontwerp van het beleidsrapport "herziening meerjarenplan 2020-2025" werd besproken in de raadscommissie financiën op 12 december 2024.

 

Juridische gronden

        Artikelen 249 t.e.m. 259 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2019 De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen over hun deel van elk beleidsrapport. Nadat de raden zo het beleidsrapport elk voor hun deel hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed.

        Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC).

        Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en  beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (MB BBC).

        Omzendbrief KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025.

 

Adviezen

        Gunstig advies van het managementteam van 3 december 2024.

 

Argumentatie

        De herziening meerjarenplan 2020-2025 is financieel in evenwicht. Ze voldoet aan volgende 2 voorwaarden :

        het geraamd budgettair resultaat is in geen enkel jaar negatief (toestandsevenwicht)

        de geraamde autofinancieringsmarge voor 2025 is minstens gelijk aan nul (structureel evenwicht)


Bijlagen

        Beleidsrapport herziening meerjarenplan/december 2024

 

BESLUIT

Met 12 ja-stemmen van Marc Van Looy, Bram Van Baelen, Hans Eyssen, Rudy Janssens, Anne Van Goidsenhoven, Karel Jacobs, Ann Spaepen, Suzy Vanderheyden, Katia Verheyen, Tine Binnemans, Zeger Jespers en Conny Deroost

3 neen-stemmen van Anja Peeten, Jana De Rijck en Filip Lefebre

6 onthoudingen van Achille Claes, Sabine Wyns, Kim Theys, André Sibbald, Nele Barthier en Stijn Den Tempst

 

Artikel 1.

De gemeenteraad keurt het beleidsrapport herziening van het meerjarenplan 2020-2025/december 2024 goed, als bijlage bij dit besluit, zoals op heden, voor deze, vastgesteld door de OCMW-raad.

Hiermee is de herziening van het geïntegreerd strategisch meerjarenplan 2020-2025 van het lokaal bestuur Holsbeek definitief vastgesteld.

 

Art. 2.

De gemeente

        publiceert het herziene meerjarenplan van de gemeente en het OCMW binnen de 10 dagen na de vaststelling op haar website. Hierbij wordt ook de publicatiedatum vermeld.

        meldt op dezelfde dag de vaststelling aan het Agentschap binnenlands bestuur. Deze melding bevat een link met een rechtstreekse verwijzing naar de publicatie.

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2024
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van GRD van 19 12 2024

 

Belastingreglement - aanvullende belasting op de personenbelasting - dienstjaren 2025 t.e.m. 2031 - goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

        Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2018
De gemeenteraad keurt het belastingreglement goed voor de aanvullende belasting op de personenbelasting (APB) voor de dienstjaren 2019 tot en met 2024.

 

Feiten en context

        De gemeente mag een aanvullende belasting vestigen op de personenbelasting.

        Deze belasting wordt berekend door een percentage toe te passen op de basispersonenbelasting, momenteel in Holsbeek 7%.

        Alle inwoners van de gemeente die onderworpen zijn aan de personenbelasting, zijn ook onderworpen aan de gemeentebelasting.

        Het gemeentelijk belastingreglement dat de aanslagvoet vaststelt voor de aanvullend belasting op de personenbelasting moet voor 31 januari van het aanslagjaar worden vastgesteld.

        Een belastingreglement mag niet in werking treden, voor de datum van bekendmaking.

 

Juridische gronden

        Artikel 170, §4, van de Grondwet
Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.
De wet bepaalt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde belastingen, de uitzonderingen waarvan de noodzakelijkheid blijkt.

        Artikel 464, 2° van het Wetboek Inkomstenbelasting van 10 april 1992
In afwijking van artikel 464 mogen de provincies, de agglomeraties en de gemeenten opcentiemen vestigen op de personenbelasting.

        De wet van 19 april 2014 tot wijziging van het WIB 1992, inzake de vestiging van aanvullende belastingen op gewestbelastingen.

        Artikel 41, lid 2, 14° van het Decreet over het lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd voor het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen.

        Artikel 286 van het Decreet lokaal bestuur
De reglementen en verordeningen van de gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester worden door de burgemeester bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop ze werden aangenomen als de datum waarop ze op de website bekendgemaakt worden.

        Artikel 287 van het Decreet lokaal bestuur
De reglementen en verordeningen, bedoeld in artikel 286, treden in werking de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is. D

 

Argumentatie

        Het gemeentebestuur wil de fiscale druk aanvullende personenbelasting op hetzelfde niveau houden als de voorbije legislatuur.

        De gemeentefinanciën laten dit op dit ogenblik ook nog toe.

        Het voorstel blijft om de aanslagvoet van de aanvullende belasting op de personenbelasting voor de dienstjaren 2025, 2026, 2027, 2028, 2029, 2030 en 2031 ten bate van de gemeente te behouden op 7%.

 

BESLUIT

Eenparig

 

Artikel 1.

De raad beslist om voor de aanslagjaren 2025, 2026, 2027, 2028, 2029,2030 en 2031 een aanvullende belasting te vestigen op de personenbelasting ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.

 

Art. 2.

De belasting wordt vastgesteld op 7% van het volgens artikel 466 van het wetboek van inkomstenbelastingen berekende gedeelte van de personenbelasting, die aan het rijk verschuldigd is voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.

 

Art. 3.

De vestiging en de inning van deze gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de FOD financiën, conform de artikelen 466 e.v. van het Wetboek van inkomstenbelastingen.

 

Art. 4.

Deze beslissing moet worden meegedeeld aan de toezichthoudend overheid.

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2024
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van GRD van 19 12 2024

 

Belastingreglement - gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing - dienstjaren 2025 t.e.m. 2031- goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

        Gemeenteraadsbesluit van 19 december 2017
De gemeenteraad keurt het belastingreglement goed voor de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing voor het aanslagjaar 2018.

        Omzendbrief KB/ABB/2018/2 van 20 juli 2018 van Vlaams minister Homans, betreffende de budgetten en de eenjarige meerjarenplannen.

        Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2018

        De gemeenteraad keurt het belastingreglement goed voor de gemeentelijke opcentiemen voor 2019 tot en met 2024 goed.

 

Feiten en context

        Het gemeentelijk belastingreglement dat de aanslagvoet vaststelt voor de opcentiemen op de onroerende voorheffing moet voor 31 januari van het aanslagjaar genomen worden.

        Een belastingreglement mag niet in werking treden, voor de datum van bekendmaking.

 

Juridische gronden

        Artikel 170, §4, van de Grondwet
Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

        Artikel 464, 1° van het Wetboek Inkomstenbelasting van 10 april 1992
In afwijking van artikel 464 mogen de provincies, de agglomeraties en de gemeenten opcentiemen vestigen op: 1° de onroerende voorheffing.

        Artikel 41, lid 2, 14° van het Decreet over het lokaal bestuur
De gemeenteraad is exclusief bevoegd tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen.

        Artikel 286 van het Decreet over het lokaal bestuur
De reglementen en verordeningen van de gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester worden door de burgemeester bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop ze werden aangenomen als de datum waarop ze op de website bekendgemaakt worden.

        Artikel 287 van het Decreet over het lokaal bestuur
De reglementen en verordeningen, bedoeld in artikel 286, treden in werking de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

        De Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 die de gewestaangelegenheid regelt.

        De Vlaamse Codex Fiscaliteit van 18 november 2016 die de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies regelt.

 

Argumentatie

        De gemeente wil de fiscale druk op hetzelfde niveau houden als voor de periode 2013-2024.

        De gemeentefinanciën laten dit op dit ogenblik ook toe.

        Bijgevolg luidt het voorstel om de opcentiemen op de onroerende voorheffing voor de dienstjaren 2025, 2026, 2027, 2028, 2029,2030 en 2031 ten bate van de gemeente te behouden op 818,64.

 

BESLUIT

Eenparig

 

Artikel 1.

De gemeenteraad beslist om voor de dienstjaren 2025, 2026, 2027, 2028, 2029,2030 en 2031 in het voordeel van de gemeente 818,64 opcentiemen te heffen op de onroerende voorheffing.

 

Art. 2.

De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse belastingsdienst.

 

Art. 3.

Deze beslissing moet worden meegedeeld :

        aan de toezichthoudende overheid

        per aangetekende brief, en uiterlijk op 1 maart 2025, aan de Vlaamse belastingdienst (VLABEL).

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2024
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van GRD van 19 12 2024

 

Belastingreglement - tweede verblijven - 2025-2031 - goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

        Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2018
De gemeenteraad keurt het belastingreglement goed voor tweede verblijven voor dienstjaren 2019 tot en met 2024.

 

Feiten en context

        De eigenaars van tweede verblijven betalen geen aanvullende personenbelasting in de gemeente, maar maken wel gebruik van de gemeentelijke wegen, infrastructuur, afvalophaal, brandweer, politie en dergelijke.

        Het behouden van de bestaande bronnen van inkomsten is vereist om de financiële toestand van de gemeente te behouden. De gemeentebelasting op tweede verblijven wordt bijgevolg hernomen.

        Een belastingreglement mag niet in werking treden, voor de datum van bekendmaking.

 

Juridische gronden

        Artikel 41, lid 2, 14° van het Decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd voor het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen.

        Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreet van 17 februari 2012.

 

Argumentatie

        De termijn van het gemeentelijk belastingreglement voor tweede verblijven moet voor 31 december 2024 worden verlengd, om het bestuur toe te laten vanaf 1 januari 2025 nog retributies hierop te innen.

        Er wordt voorgesteld om het huidige reglement hiertoe over te nemen voor de dienstjaren 2025-2031.

 

Financiële gevolgen

Budgetsleutel

Geraamde inkomsten

BD 1 - actie 010107 - MAR 73770000 - BV 0020-00

€ 96.750

 

BESLUIT

Eenparig

 

Artikel 1.

De gemeenteraad beslist om voor de dienstjaren 2025, 2026, 2027, 2028, 2029,2030 en 2031 een gemeentebelasting te vestigen op de tweede verblijven.

 

Art. 2.

Als tweede verblijf wordt beschouwd elk gebouw waarvan degene die er kan verblijven, voor dit gebouw niet ingeschreven is in de bevolkingsregisters, als hebbende er zijn hoofdverblijf, ongeacht het feit of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets en alle andere vaste constructies, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans.

Als tweede verblijf worden niet beschouwd:

        de lokalen uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit, op voorwaarde dat zij tevens kadastraal omschreven zijn als een niet woon-entiteit (zoals een handelshuis of landbouwloods)

        de schuilplaatsen voor dieren

        de verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens, tenzij ze ten minste zes maanden van het belastingjaar opgesteld blijven op hetzelfde perceel

        de woongelegenheden vergund voor permanent verblijf, waarvoor het bewijs wordt geleverd dat zij op 1 januari van het belastingjaar sinds

        maximaal 1 jaar leegstonden omwille van verkoop of wijziging van bewoners

        maximaal 2 jaar leegstonden omwille van verbouwingen.

 

Art. 3.

De belasting is verschuldigd door degene die op 1 januari van het belastingjaar de houder is van één van de hierna vermelde zakelijke rechten met betrekking tot het tweede verblijf:

        de volle eigendom

        het recht van opstal of van erfpacht

        het vruchtgebruik.

Deze belastingplicht geldt ook indien het tweede verblijf verhuurd wordt of wanneer het niet gebruikt wordt. De eigenaar is de belasting verschuldigd ongeacht het feit of hij al dan niet in de bevolkingsregisters van de gemeente is ingeschreven.

 

Art. 4.

De belasting wordt vastgesteld op :

        900 euro per tweede verblijf en per jaar voor de dienstjaren 2025 tot en met 2031.

 

Art. 5.

De belasting is ondeelbaar en voor het gehele belastingjaar verschuldigd door de  houder van het zakelijk recht op 1 januari van het belastingjaar.

 

Art. 6.

De belastingplichtigen moeten uiterlijk op 31 maart van het belastingjaar bij het gemeentebestuur aangifte doen van elk tweede verblijf dat zij in de gemeente bezitten door middel van het formulier waarvan het model door het college van burgemeester en schepenen werd vastgesteld.

 

Art. 7.

Bij gebrek aan aangifte binnen de in het voorgaand artikel gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige wordt de belasting ambtshalve gekohierd volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden gekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het dienstjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.

 

Art. 8.

De belasting wordt ingevorderd overeenkomstig het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Art. 9.

De belasting wordt ingevorderd op basis van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het dienstjaar.

 

Art. 10.

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat door het college daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel directeur. De ontvangstmelding kan via een duurzame drager worden gestuurd.

 

Art. 11.

Verwijl- en moratoriuminteresten op deze belasting zijn toepasselijk zoals inzake rijksbelastingen op de inkomsten.

 

Art. 12.

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.

 

Art. 13.

Deze beslissing moet worden meegedeeld aan de toezichthoudende overheid.

 

Art. 14.

Dit belastingreglement treedt in werking op 1 januari 2025.

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2024
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van GRD van 19 12 2024

 

Belastingreglement administratieve stukken

Publicatiedatum: 23/12/2024
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van GRD van 19 12 2024

 

Retributiereglement - omgevingsvergunningen - goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

        Het retributiereglement van 17 december 2019 inzake de omgevingsvergunningen wordt aangepast.

 

Feiten en context

        De gemeente levert sedert 1 januari 2018 omgevingsvergunningen af. Deze handelen over

        stedenbouwkundige en milieuvergunningen

        stedenbouwkundige en milieumeldingen

        verkavelingen

        kleinhandel

        vegetatiewijzigingen

        De verschillende procedures en verplichtingen die in het omgevingsvergunningsdecreet voorzien zijn, brengen werkingskosten mee voor de gemeente.

 

Juridische gronden

        Artikel 170, §4 van de Grondwet
Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

        Artikel 41, lid 2, 2°
De gemeenteraad is bevoegd voor het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij overtreding van die reglementen.

        Artikel 41, lid 2, 14°
Het vaststellen van de machtiging tot heffing van retributies en de voorwaarden ervan, inclusief het toekennen van verminderingen en vrijstellingen is een exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.

        Het Omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014.

        Het BVR van 27 november 2015 tot uitvoering van het Omgevingsvergunningsdecreet (het Omgevingsvergunningenbesluit).

        Het K.B. van 23 september 1958, houdende het algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen.

        Het K.B. van 20 juli 2001, houdende het algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van ioniserende stralingen.

 

Argumentatie

        Het behandelen van meldingen en aanvragen in het kader van het Omgevingsvergunningsdecreet vergt de inzet van gemeentelijke middelen. Het is billijk deze inzet door te rekenen aan degene op wiens initiatief en in wiens voordeel de meldings- en vergunningsprocedures worden doorlopen.

        Met het afleveren van een omgevingsvergunning vergelijkbare procedures, zijn het afleveren van vergunningen inzake ioniserende stralingen en inzake springstoffen. Het tarief voor het afleveren van administratieve documenten in deze beide procedures wordt best in eenzelfde retributiereglement vastgesteld.

        Definitie van een wooneenheid

        Elke eenheid in een woongebouw die ontworpen of aangepast is om afzonderlijk te worden gebruikt en die minstens over de volgende woonvoorzieningen beschikt: een woonruimte in combinatie met een toilet, een douche of bad en een keuken of kitchenette.

 

BESLUIT

Eenparig

 

Artikel 1.

De gemeente Holsbeek heft voor de periode van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2031 een retributie op de meldingen en aanvragen bedoeld in

        het Omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014

        het K.B. van 23 september 1958, houdende het algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen

        het K.B. van 20 juli 2001, houdende het algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen.

 

Art. 2.

De retributie is verschuldigd door de aanvrager, en bij gebreke daarvan door de vergunninghouder of exploitant.

 

Art. 3.

De retributie bestaat uit

        een bedrag per dossiertype (artikel 4),

        te verhogen met een bedrag per procedurestap (artikel 5).

 

Art. 4.

Retributie per dossiertype

 

de gemeente is vergunning-
verlenende overheid

Vlaamse overheid of provincie verleent de vergunning

Melding meldingsplichtige inrichting of activiteit

€ 20

€ 0

Melding voor het uitvoeren van stedenbouwkundige handelingen

€ 20

€ 0

Aanvraag projectvergadering
(art. 8 Omgevingsvergunningsdecreet)

€ 500

€ 100

Aanvraag omgevingsvergunning voor het uitvoeren van stedenbouwkundige handelingen.

 Gewone procedure

 Vereenvoudigde procedure

 

€ 20/wooneenheid

€ 20

 

€ 20/wooneenheid

€20

Aanvraag omgevingsvergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit.
Gewone procedure en vereenvoudigde procedure (o.a. beperkte verandering of tijdelijke activiteit)

€ 20

€ 20

Aanvraag omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden

€ 20/bouwlot

€ 20/bouwlot

Verzoek tot bijstelling van een verkavelingsvergunning

€ 20/bouwlot + € 20 per bijkomend bouwlot

€ 20/bouwlot + € 20 per bijkomend bouwlot

Vraag tot omzetting milieuvergunning verleend voor 20 jaar naar een permanente vergunning
(art. 390 Omgevingsvergunningsdecreet)

€ 20

€ 20

Bekendmaking verstrijken van elke geldigheidsperiode van 20 jaar van een omgevingsvergunning van onbepaalde duur
(art. 83, §1, lid 3 omgevingsvergunningsdecreet)

€ 20

€ 20

Verzoek tot bijstelling van de milieuvoorwaarden op verzoek van exploitant

€ 20

€ 20

Afstand omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden
(art. 104 omgevingsvergunningsdecreet)

€ 20

€ 20

Melding volledige of gedeeltelijke overdracht van vergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit

€ 20

€ 0

Aanvraag stedenbouwkundig attest
(art. 5.3.1. VCRO)

€ 20

€ 20

Aanvraag planologisch attest

(art. 4.4.24 ev. VCRO)

€ 500

€ 500

Aanvraag kleinhandelsactiviteiten

€ 20

€ 20

Aanvraag vegetatiewijziging

€ 20

€ 20

Aanvraag vergunning springstoffen
(K.B. 23 september 1958)

€ 20

€ 20

Aanvraag vergunning ioniserende stralingen
(K.B. 20 juli 2001)

€ 20

€ 20

        Indien meerdere bedragen uit deze tabel van toepassing zijn, dan geldt alleen het hoogste bedrag.

        Voor regularisatievergunningen (art. 81 Omgevingsvergunningsdecreet) wordt de verschuldigde retributie per dossiertype verdubbeld.

 

Art. 5.

Retributie per procedurestap

Het digitaliseren van een analoog ingediend dossier

        voor een omgevingsvergunning

        voor een ingedeelde inrichting of activiteit

 

        in andere gevallen

 

 

€ 50

 

€ 0

Het wijzigen van het voorwerp van de aanvraag
(art. 30 of 45 Omgevingsvergunningsdecreet) :

€ 20

Het aanplakken van een bericht van bekendmaking in het kader van een openbaar onderzoek of bij een genomen beslissing
(o.a. art. 23 en 64 van het Omgevingsvergunningsbesluit)

 

€ 0

Het publiceren van berichten in dag- of weekbladen

de kostprijs van de publicatie(s)

Het in kennis brengen van kadastrale eigenaars en omwonenden
(o.a. art. 23 en 64 Omgevingsvergunningsbesluit)

Per geadresseerde

 

 

€ 12

Het organiseren van een informatievergadering

(art. 23 Omgevingsvergunningsbesluit)

€ 500

 

Art. 6.
Vrijstellingen - er wordt geen retributie aangerekend voor :

        meldingen en aanvragen door de gemeente of door het OCMW Holsbeek.

        meldingen en aanvragen door de politiezone Lubbeek.

        dossiers waarin de gemeente niet tijdig een beslissing nam, indien deze weigering niet aangevochten wordt.
(stilzwijgende weigering conform art. 32, §4 en 46, §2 Omgevingsvergunningsdecreet)

        procedurestappen die worden overgedaan als gevolg van een administratieve lus
(art. 13 Omgevingsvergunningsdecreet).

 

Art. 7.

De retributie is verschuldigd op het ogenblik van het indienen van de aanvraag of de melding.

De retributie wordt gestort op rekeningnummer van de gemeente met vermelding van de naam van de aanvrager.

De aanvrager voegt bij zijn aanvraag het bewijs van betaling van de retributie.

Indien dit betalingsbewijs ontbreekt, wordt het dossier als onvolledig beschouwd.
Indien tijdens de procedure blijkt dat de initieel verschuldigde retributie moet worden verhoogd

        hetzij omdat het gaat om een ander dossiertype (vb. regularisatie i.p.v. gewone aanvraag)

        hetzij omdat bijkomende procedurestappen nodig zijn (vb. een openbaar onderzoek)

dan verstuurt de gemeente voor dit aanvullend bedrag een factuur.
Deze factuur moet betaald worden binnen de termijn die er op vermeld is.

Bij niet tijdige betaling van de factuur gebeurt de invordering bij dwangbevel overeenkomstig art. 94, 2° van het Gemeentedecreet of volgens de burgerlijke rechtspleging.

 

Art. 8.

Dit reglement geldt voor alle aanvragen en meldingen ingediend

        vanaf 1 januari 2025

        tot en met 31 december 2031.

 

Art. 9.

Dit reglement wordt afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 tot 287 van het decreet lokaal bestuur.

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2024
Overzicht punten

Zitting van GRD van 19 12 2024

 

Aankoop woonhuis met terrein - Appelweg 8 - goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

        21 november 2024

        Het college neemt kennis van het schattingsverslag van 7 augustus 2024, opgemaakt door schatter Carl Buyckx van het studiebureel Hosbur uit Scherpenheuvel-Zichem (bijlage 1) en gaat principieel akkoord met de aankoop van perceel 3-D/100H (woning Appelweg 8) tegen een totaalprijs van 360.000 euro (wederbeleggingsvergoeding inbegrepen), onder de opschortende voorwaarde van bekrachtiging door de gemeenteraad. (CBS 21.11.2024
zie bijlage 2)

 

Feiten en context/argumentatie

        Het aan te kopen perceel:

        heeft volgens de kadastrale legger een oppervlakte van 7a73ca en bevat een woning welke dateert uit de periode van 1935. (bijlage 3)

        heeft een breedte van een 14-tal meter en een lengte van ongeveer 55 meter zoals vermeld op het metingsplan van het aanpalend goed dat reeds eerder werd aangekocht door de gemeente. (bijlage 4)

        Het voorliggend wegstrookje, inmiddels gekend als  perceel 3-D/100G, vertegenwoordigt de grondafstand (16ca) die de toenmalige eigenaars via akte van 5 november 2020 afstonden aan de gemeente in uitvoering van het rooilijn- en innemingsplan voor de heraanleg van de dorpskern Nieuwrode, definitief vastgesteld door de gemeenteraad van 12 september 2017. 

        De verkoper heeft op 29 november 2024 een verkoopbelofte getekend in het voordeel van de gemeente (bijlage). Immokantoor Surplus en notariskantoor Geerinckx-Callewaert zullen verkoper bij het verdere verkoopproces begeleiden. 


Juridische gronden

        Art. 41, §2, 11° van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017
De gemeenteraad is bevoegd voor het stellen van daden van beschikking over onroerende goederen.

 

Adviezen

        Een aanvraag tot het verkrijgen van het visum werd ingediend op 3 december 2024.
De financieel directeur verleende een visum (bijlage 6) op dezelfde dag, onder voorbehoud goedkeuring aanpassing meerjarenplan 2025-2027, indien het in een voorgaand punt door de raad werd goedgekeurd.
 

Argumentatie

        Het te koop aangeboden goed is gelegen in de dorpskern van Nieuwrode en paalt onmiddellijk tegen het domein van de gemeentelijke basisschool Het Anker.

        De aankoop van het perceel is een kans met het oog op mogelijke uitbreiding van de openbare infrastructuur rond de school (o.a. stalplaatsen voor fietsen van leerlingen en busgebruikers, parkeerplaatsen voor ouders en personeel). Het huidige terrein rond de school is namelijk afgebakend door wegen (Appelweg -  Hoekje) en de ingebuisde Losting in zuidelijke richting, zodat dergelijke investeringen op de huidige site/percelen moeilijk worden.

        De schattingsprijs van 352.000 euro vertegenwoordigt de normale verkoopwaarde van het terrein in landelijk woongebied, met inbegrip van een oude woning uit 1935.

        De gemeente is bereid om een vergoeding van 360.000 euro te betalen, zijnde de schattingswaarde vermeerderd met een wederbeleggingsvergoeding van 8.000 euro.

        De zuid-westelijke eigendomsgrens van het aan te kopen perceel ligt in het verlengde van de bestaande gemeentelijke perceelsgrens, gekend als perceel 3-D/97C2 . Na aankoop ontstaat er bijgevolg een regelmatiger eigendomsgeheel met minder complexe perceelsbegrenzing, waardoor verdere uitbating/inrichting van het schoolcomplex een stuk eenvoudiger wordt. 

        De aankoop omvat het volledige kadastraal perceel, waardoor de opmaak van een metingsplan en de aflevering van prekadastratiegegevens niet vereist zijn voor het verlijden van de akte.

        De voorwaarden vermeld in de belofte tot verkoop die ons vanuit het immokantoor en notaris Geerinckx-Callewaert namens de verkoopster werden bezorgd, moeten worden nageleefd en zullen in de akte worden opgenomen.

        De akte van aankoop zal verleden worden door de aangestelde notaris van de verkoopster, waarbij alle kosten noodzakelijk voor de opmaak van de akte (notariskosten, registratie- en overschrijvingskosten), ten laste van de koper vallen.

 

Bijlagen

        (bijl. 1) schattingsverslag Appelweg 8

        (bijl. 2) CBS 21.11.2024 - kennisname schattingsverslag

        (bijl. 3) kad. legger D-100H (Appelweg 8)

        (bijl. 4) metingsplan 1996 aangrenzend perceel

        (bijl. 5) belofte tot verkoop

        (bijl. 6) visum fin. directeur (ondertekend)

 

Financiële gevolgen

Budgetsleutel

Geraamde uitgaven

BD 6 - 080309 - MAR 22000000 - BV 0800

360.000 euro, waarboven de notariële kosten

 

BESLUIT

Met 18 ja-stemmen van Marc Van Looy, Bram Van Baelen, Hans Eyssen, Rudy Janssens, Anne Van Goidsenhoven, Karel Jacobs, Ann Spaepen, Achille Claes, Anja Peeten, Kim Theys, Suzy Vanderheyden, Katia Verheyen, Tine Binnemans, Zeger Jespers, Conny Deroost, André Sibbald, Jana De Rijck en Filip Lefebre

3 onthoudingen van Sabine Wyns, Nele Barthier en Stijn Den Tempst

 

Artikel 1.

De gemeenteraad keurt de aankoop goed van een grond met woning:

        gelegen Appelweg 8, kadastraal gekend 3de afdeling, sectie D, nr. 100H met een oppervlakte van 7a73ca, zoals vermeld op de huidige kadastrale legger. (bijlage 3)

        tegen de overeengekomen prijs van 360.000 euro, waarin een wederbeleggingsvergoeding van 8.000 euro vervat zit.

        volgens de voorwaarden vermeld in de belofte tot verkoop, getekend op 29 november 2024(bijlage)

 

Art. 2.

De verwerving gebeurt via notariële akte om reden van openbaar nut, waarbij de voorzitter van de gemeenteraad, de algemeen en financieel directeur of de personen die hen vervangen, worden gemachtigd de akte te ondertekenen.
 

Art. 3.

De kosten van de notariële akte vallen ten laste van de gemeente als koper.

 

Art. 4.

de betaling gebeurt met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget, op budgetcode

        BD6  - 080309 - MAR 22000000 - BV 0800.


Art. 5.

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2024
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van GRD van 19 12 2024

 

Collector Winge Fase 4 - deel 4 - Hertstraat

Publicatiedatum: 23/12/2024
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van GRD van 19 12 2024

 

Gedeeltelijke verlegging pad 46 SPR - definitieve vaststelling rooilijn

 

 

Voorgeschiedenis

        10 september 2024
De gemeenteraad stelt het rooilijnplan voor de verlegging van voetweg 46 te Sint-Pieters-Rode,  opgesteld door studiekantoor Kockaerts op 23 augustus 2024, voorlopig vast. (bijlage A)

        19 september 2024
Het college onderwerpt het voorlopig vastgesteld rooilijnplan aan een openbaar onderzoek,  lopende van 27 september 2024 tot en met 27 oktober 2024. (bijlage B)

        7 november 2024
Het college sluit het openbaar onderzoek (bijlage C) waarbij het proces-verbaal van ruchtbaarheid en het proces-verbaal van sluiting (bijlage D) werden opgemaakt. 
 

Feiten en context

        De te verleggen gemeenteweg is gekend in de Wegenatlas van Sint-Pieters-Rode als voetweg 46, zijnde een openbare erfdienstbaarheid van doorgang met een breedte van 1,65 meter.
Het gedeelte van deze voetweg dat rood is ingekleurd, aangeduid onder lot A en lot B op bijgevoegd rooilijnplan, zal herlegd worden naar het groen ingekleurde voetwegtracé aangeduid als lot C. (rooilijnplan - zie bijlage 2) 

        Het definitief vast te stellen rooilijndossier omvat volgende documenten/plannen, welke ongewijzigd bleven ten opzichte van de dossierstukken die voorlopig werden vastgesteld door de gemeenteraad van 10 september 2024, met name:

        het titelblad (bijlage 1)

        een gedetailleerd rooilijnplan in Lambertcoördinaten (bijlage 2)

        een motivatienota met berekening van de min- en meerwaarden (bijlage 3)

        uittreksels uit de buurtwegenatlas, kadasterplan, gewestplan (bijlagen 4, 5 en 6)

        een fotoreportage (bijlage 7)

        het akkoord en het overmaken van het verleggingsdossier door de eigenaars via hun mailberichten van 15 april en 26 juli 2024 (bijlage 8)

        Volgens de kadastrale leggers horen de percelen B/361L en B/361R  beide toe aan de eigenaar-aanvragers van het huidig verleggingsdossier. 

        Volgens het rooilijnplan (bijlage 2) en bijhorend titelblad (bijlage 1), opgemaakt op 23 augustus 2024 door studiekantoor Kockaerts bvba :

        heeft het te verleggen deel van voetweg 46 (rood ingekleurd) een globaal gemeten oppervlakte van 24,47ca, bestaande uit:

        lot A: groot volgens opmeting 3,11ca en gekend als deel van perceel B/361L

        lot B: groot volgens opmeting 21,36ca  en gekend als deel van perceel B/361R

        heeft de nieuwe ligging van voetweg 46 (groen ingekleurd) een gemeten oppervlakte van 18,71ca, kadastraal gekend als deel van perceel B/361R.

        is het nieuwe tracé van pad 46 (groene deel) gelegen op één meter afstand, parallel met de  eigendomsgrens tussen de percelen B/355P en B/361R, dit omwille van het bestaan van een  gemeenschappelijke haag op deze perceelsgrens.  

        hebben zowel de af te schaffen, als de nieuwe voetwegdelen, een breedte van 1,65 meter.

        blijft het nieuwe deel (lot C) het statuut van openbare erfdienstbaarheid van doorgang voor zachte weggebruikers behouden (bedding blijft dus eigendom van de aanvragers).

        Tijdens het openbaar onderzoek werden er geen mondelinge, noch schriftelijke bezwaren ingediend. Zie in dit verband de opgemaakte processen verbaal  van ruchtbaarheid en sluiting, behandeld door het college in zitting van 7 november 2024.

 

Juridische gronden

        De bepalingen van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen.

        Artikel 40 van het Decreet lokaal bestuur: algemene volheid van bevoegdheid van de gemeenteraad.

        Artikel 56 § 2 van het Decreet lokaal bestuur: de bevoegdheden van het college die werden gedelegeerd door de gemeenteraad.

        Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019, in werking getreden op 1 september 2019 (nieuw gemeentewegendecreet).

        Het Gemeentewegendecreet voorziet in één juridisch statuut voor alle wegen in beheer bij de gemeente, ongeacht de eigenaar van de grond en:

     heft bij de inwerkingtreding volgende wetgevingen op:

        de federale wet op de buurtwegen van 10 april 1841.

        het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juni 2014 tot vaststelling van nadere regels voor de organisatie van het openbaar onderzoek inzake buurtwegen.

        de provinciale reglementen, aangenomen ter uitvoering van de wet van 10 april 1841 op de buurtwegen.

        bepaalt dat alle:

        gemeentelijke wegen,

        voet- en buurtwegen die ressorteren onder de wet van 10 april 1841 op de buurtwegen, die bestaan op 1 september 2019, het statuut van 'gemeenteweg' hebben, waarop het Gemeentewegendecreet ook van toepassing is. Door toepassing van het gemeentewegendecreet beslist de gemeenteraad nu zelf over de aanleg, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen.

        De algemene rooiplannen, de rooilijnplannen en de plannen voor de begrenzing van de buurtwegen in de zin van de wet van 10 april 1841 blijven geldig tot ze worden opgeheven of vervangen door rooilijnplannen ter uitvoering van het Gemeentewegendecreet.

        Volgens artikel 11 van het Gemeentewegendecreet leggen de gemeenten de ligging en de breedte van gemeentewegen op hun grondgebied vast in rooilijnplannen, ongeacht de eigenaar van de grond. De gemeentelijke rooilijnplannen komen tot stand op de wijze, vermeld onder de artikels 16 tot en met 19 vermeld onder Afdeling 2 van het gemeentewegendecreet 'procedurele bepalingen over gemeentelijke rooilijnplannen'.
 

Argumentatie

        Het voorlopig vastgesteld rooilijnplan werd volgens de geldende regelgeving in openbaar onderzoek gesteld en vervolgens afgesloten. Hieruit blijkt dat er geen opmerkingen, noch bezwaarschriften werden ingediend. 

        Voor de motivering en de verantwoording omtrent de keuze en de ligging van de nieuwe rooilijn wordt verwezen naar de uiteenzetting met verwijzing naar de motivatienota van 23 augustus 2024 van ontwerper Kockaerts, opgenomen in de rubriek 'argumentatie' van de raadsbeslissing van 10 september 2024 houdende voorlopige vaststelling van het ingediende verleggingsdossier, zoals hierna kort werd samengevat:
De voorgestelde verlegging (nieuwe ligging / groen ingekleurd):

        schaadt het algemeen belang niet.

        beïnvloedt geenszins de verkeersveiligheid van de zachte weggebruiker, noch van  andere gebruikers.

        brengt de ontsluiting van aangrenzende/omliggende percelen niet in het gedrang.

        betreft een verlegging van het rood ingekleurde pad vlak tegen de rechtse zijgevel van woning Houwaartsebaan 85, naar de groen ingekleurde strook op de oostelijk gelegen oprit van de eigenaars. Het nieuwe pad bevindt zich op een parallelle afstand van één meter vanaf de effectieve eigendomsgrens (lijnstuk 9-10) tussen de percelen B/361R en B/355P. 

        biedt de padgebruikers (vooral fietsers) een meer (verkeers)veilig en rustiger gebruik van het padtraject in vergelijk met de oude huidige ligging, welke zich pal tegen de zijgevel van woning 85 bevindt.

        biedt in bijkomende orde ook aan de eigenaars van de woning bepaalde  mogelijkheden om hun woning op een meer veilige manier te verbouwen/herstellen/isoleren en/of uit te breiden en dit binnen de geldende reglementering.

        Het akkoord tot verlegging werd door de eigenaars bevestigd in hun mailberichten van
15 april en 26 juli 2024 (bijlage 8), waarbij ons in de laatste mail ook het volledige rooilijndossier tot verlegging werd bezorgd. 

        Om het comfort en de veiligheid van de padgebruikers maximaal te garanderen, zullen een aantal voorwaarden ten laste de van betrokken eigenaars in dit besluit worden opgenomen.

        Het voorlopig vastgesteld rooilijnplan en bijhorende documenten van het ingediend verleggingsdossier (bijlagen 1 tem 8) zullen bijgevolg ongewijzigd voor definitieve vaststelling worden voorgelegd in deze raadszitting.
 

Bijlagen

        (bijl. 1) titelblad

        (bijl. 2) rooilijnplan verleg. P46 SPR

        (bijl. 3) motivatienota

        (bijl. 4) uittreksel Atlas der Buurtwegen

        (bijl. 5) uittreksel kadasterplan

        (bijl. 6) uittreksel gewestplan

        (bijl. 7) foto's overzicht

        (bijl. 8) akkoord + overmaken verleg.dossier door eigenaars

        (bijl. A) GRD 10.09.2024 - voorlop. vastst.

        (bijl. B) CBS 19.09.2024 start openbaar onderzoek

        (bijl. C) CBS 07.11.2024 - sluiting O.O. rooilijnplan

        (bijl. D) PV sluiting OO rooilijnplan

 

Financiële gevolgen

Budgetsleutel

Geraamde inkomsten

BD 04 - actie GBB04 - MAR 70100000 - BV 0600

€ 120

 

BESLUIT

Eenparig

 

Artikel 1.

De gemeenteraad gaat definitief akkoord om de gemeenteweg, gekend als voetweg 46 in de Atlas der buurtwegen van Sint-Pieters-Rode, als openbare erfdienstbaarheid van doorgang met een breedte van 1,65 meter, gedeeltelijk te verleggen als openbare erfdienstbaarheid van doorgang met een breedte van 1,65 meter, zoals dit alles is aangeduid op het rooilijnplan van 23 augustus 2024  door landmeter Kockaerts. (bijlagen 1 en 2)


Art. 2.

De gemeenteraad stelt het rooilijnplan van voetweg 46 te Sint-Pieters-Rode, vermeld in artikel 1, definitief vast. (bijlagen 1 en 2)
 

Art. 3.

De gemeenteraad gaat akkoord met de schatting van de meer- en minwaarden van de percelen die ontstaan ingevolge:

        afschaffing pad 46 op perceel 4-B/361L, groot 3,11m² (lot A / rood ingekleurd) aan 125euro/m² = 388,70 euro.

        afschaffing pad 46 op perceel B/361R, groot 21,36m² (lot B / rood ingekleurd) aan 125euro/m² =
2.670,00 euro.

        vestiging nieuw gedeelte pad 46 op perceel B/361R, groot 18,71m² (lot C / groene kleur) aan 125euro/m² =  2.338,75 euro,

zoals aangeduid op het rooilijnplan en toegelicht in de motivatienota van 23 augustus 2024 door studiekantoor Kockaerts (bijlage 3). De som van de meer- en minwaarden resulteert in een totaalbedrag van 720,00 euro, ten laste van de eigenaar-aanvragers.


Art. 4.

Aan de verlegging van voetweg 46 te Sint-Pieters-Rode worden volgende voorwaarden verbonden :

        voetweg 46 moet (ook na verlegging) te allen tijde en over de volledige breedte van het pad (1,65m) toegankelijk zijn voor voetgangers en fietsers. Het pad moet vrij zijn van enige belemmering, waarbij ook geen overhangend groen aanwezig mag zijn.  

        de bedding van het nieuwe padtracé blijft, net zoals bij de oude ligging, eigendom van de aanvragers, maar is belast met een openbare erfdienstbaarheid van doorgang met een breedte  van 1,65 meter, dit volgens de gegevens  vermeld op bijgevoegd rooilijnenplan.

        alle kosten m.b.t. de opmaak van dit verleggings(rooilijn)dossier, inclusief opmaak schattingsverslag, alsook de te betalen meerwaarde, zijn ten laste van de eigenaar/verzoeker van de percelen 4-B/361L en 4-B/361R.

 

Art. 5.

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.
Dit besluit wordt gecommuniceerd op volgende wijze:

        gemeentelijke website

        brief aan eigenaars die tijdens het openbaar onderzoek standpunten-opmerkingen of bezwaren hebben ingediend.

        brief aan alle andere eigenaars/bewoners

        brief aan adviesinstanties

        loket lokale besturen

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2024
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van GRD van 19 12 2024

 

Contantbelastingreglement inzameling en verwerking huishoudelijk afval en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval - inzameling huis-aan-huis, via sorteerstraten, op afroep en op recyclagepark - aanslagjaren 2025-2031 - goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

        Op 26 mei 2023 keurde de Vlaamse regering het Lokaal Materialenplan (LMP) 2023-2030 goed.

        Het LMP geldt als uitvoeringsplan en preventieprogramma voor het huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval en bepaalt het kader voor het lokaal afval- en materialenbeleid. Het is bindend voor de lokale besturen.

 

Feiten en context

        Dit uitvoeringsplan voor huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval voor de periode 2023 – 2030 van 26 mei 2023 vervangt het uitvoeringsplan voor huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval 2016-2022.

        Het plan vormt het beleidskader waarbinnen lokale overheden de rol beheer van huishoudelijk afval kunnen uitvoeren. 

        Concreet werkt het plan aan een verdere afbouw van de hoeveelheid restafval onder andere door de veralgemeende inzameling van bioafval, een aanvaardingsplicht voor wegwerpluiers gekoppeld aan een selectieve inzameling, correctere inzamelformules voor bedrijven en het versterken van het zespijlerbeleid tegen zwerfvuil.

        Het LMP legt tevens vast welke restafvaldoelstellingen de Vlaamse Regering nastreeft en met welke beleidsmaatregelen de Vlaamse Regering die wil realiseren.

        Het LMP legt ook in detail vast hoe de lokale besturen de selectieve inzameling moeten organiseren, door bijvoorbeeld minimale inzamelfrequenties op te leggen of te bepalen welke fracties moeten ingezameld worden op het recyclagepark. 

 

Juridische gronden

        Decreet over Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 40, §3.

 

Argumentatie

        De gemeente geeft verdere uitvoering aan de doelstellingen van het LMP :

       Preventie en hergebruik

       Effectieve recyclage

        Vanaf 2023 wordt 65% van de huishoudelijke kunststoffen verpakkingen gerecycleerd en dit verhoogt naar 70% tegen 2030.

        De hoeveelheid recycleerbaar afval in het restafval daalt met 75% tegen 2030

       Huishoudelijk afval daalt op Vlaams niveau naar gemiddeld 100 kg per inwoner tegen eind 2030

        Restafval in eerste instantie status quo houden en tegen 2030 verminderen met het minimum van 13kg per inwoner ten opzichte van 2020.

       Bedrijfsrestafval

       Het bedrijfsrestafval daalt met 30% tegen 2030 ten opzichte van de periode 2018-2020.

       Eindverwerking

       De broeikasgasuitstoot van afvalverbranding in Vlaanderen daalt met 25% tegen 2030 ten opzichte van 2017.

       Ontwijkgedrag

       De totale hoeveelheid opgeruimd zwerfvuil op de grond daalt tegen 2030 met minstens 20% t.o.v. 2023.

 

BESLUIT

Eenparig

 

Artikel 1

§ 1. Er wordt een contant belasting gevestigd voor:

1° de huis-aan-huisinzameling van het huisvuil, het pmd-afval, het gft-afval en grofvuil (en het gelijkaardig bedrijfsafval)

2° de inzameling van op het recyclagepark aangeboden afvalstoffen

3° de inzameling van het huisvuil, het pmd-afval, het gft-afval en papier en karton via sorteerstraten.

§ 2. Definities algemeen:

1° Aansluitpunt  (ASP):

1) iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente mét een woonfunctie, waarin een particulier huishouden gevestigd is dat op basis van inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de gemeente zowel huisvuil, grofvuil,  pmd, gft en papier en karton ter inzameling kan aanbieden,

2) iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente mét een woonfunctie, waarin een particulier huishouden gevestigd is dat op basis van een machtiging van de gemeente zowel huisvuil, grofvuil, pmd, gft en papier en karton ter inzameling kan aanbieden, en

3) iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente waarin een instelling van openbaar nut, een school, een vereniging die deel uitmaakt van de gemeentelijke cultuur-, sport- , jeugd-, senioren- of milieuraad, gevestigd is, die op basis van een machtiging van de gemeente zowel huisvuil, grofvuil, pmd, gft en papier en karton ter inzameling kan aanbieden.

2° Aansluitpunt commercieel:

Iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente met een commerciële functie, waarin beroepsactiviteiten worden ontplooid (vrij beroep, handel, zorgactiviteiten,…) die op basis van de inschrijving in het bevolkingsregister/handelsregister van de gemeenten zowel huisvuil, grofvuil, pmd, gft en papier en karton ter inzameling kan aanbieden.

De juiste oppervlakte van het commercieel aansluitpunt wordt vastgesteld hetzij op basis van de goedgekeurde bouwvergunning, hetzij op basis van de afgesloten huurovereenkomst.

3° Aorta: de databank waarin EcoWerf per gezin of per onderneming registreert:

        de relevante identificatiegegevens van het gezin of de onderneming en de referentiepersoon van het betrokken gezin of onderneming

        de relevante DifTar-gegevens inzake inzameling en verwerking van huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval, individueel en gedifferentieerd per afvalstroom, zodat ze afzonderlijk kunnen getarifeerd worden. De relevante gegevens zijn onder meer de aard van de aangeboden afvalstof, het gewicht ervan en het aantal afvalbewegingen.

Voor elk gezin of elke onderneming zoals omschreven in dit reglement is een registratie verplicht en is maximaal één registratie mogelijk.

Per gezin of per onderneming in het bedieningsgebied wordt in Aorta een formulier aangemaakt. Het formulier omvat voor het gezin of de onderneming de vermelding van de referentiepersoon, het adres, een bankrekeningnummer, een detail van de diensten waarvan gebruik kan worden gemaakt, een rekenstaat, het rijksregisternummer of nummer van het vreemdelingenregister van de referentiepersoon, het ondernemingsnummer en het EcoWerf-klantennummer. Er wordt geregistreerd of het formulier wordt aangemaakt voor een gezin, een tweede verblijf (met een ander verzendadres), een gemeenschap of voor een onderneming, vereniging, school, gemeentelijke overheid of andere overheid. Indien de referentiepersoon bereid is deze gegevens te verstrekken, vermeldt het formulier ook één telefoonnummer en een e-mailadres van het gezin of de onderneming.

Op basis van het bedrag van de rekenstaat in de databank en in functie van de beschikbare diensten wordt bepaald of aan de belastingplichtige betalingsuitnodigingen verstuurd worden en of de belastingplichtige in de voorwaarden verkeert om dienstverlening inzake inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval te ontvangen.

De gegevens van Aorta kunnen door EcoWerf worden aangewend voor het versturen van betalingsuitnodigingen.

Wanneer niet langer beroep wordt gedaan op enige dienst inzake verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en gelijkaardig bedrijfsafval wegens verhuis of overlijden, en dit door de gemeente gemeld wordt aan EcoWerf, zal EcoWerf de toegangskaart blokkeren of niet langer een toegangsmachtiging aan de identiteitskaart verlenen. Op vraag van de burger kan het eventuele onbestede tegoed op het rekeningnummer van de referentiepersoon terug betaald worden.

4° DifTar-rekening: de individuele rekening die per gezin of per onderneming in de databank wordt bijgehouden en waarop afzonderlijk worden ingeschreven:

        de volgens dit reglement verschuldigde contant belasting;

        de volgens dit reglement verschuldigde kohierbelasting;

De rekenstaat geeft op elk ogenblik getrouw weer wat de schuld of het tegoed is van het gezin of de onderneming.

5° Gebruikersgroep:  een selectie van aansluitpunten die op basis van het domicilieadres geselecteerd worden, een elektronische toegangskaart toegewezen krijgen en op deze wijze toegang krijgen tot een sorteerstraat en/of recyclagepark(en).

6° Ondergrondse afvalcontainer: een ondergronds inzamelrecipiënt, voorzien van een inwerpzuil met, afhankelijk van de aangeboden fractie een aangepaste inwerpopening.

7° Referentiepersoon: de meerderjarige persoon die in Aorta als referentiepersoon voor het gezin of de onderneming wordt vermeld. Als de registratie gebeurt:

voor een gezin, wordt van rechtswege de persoon die, volgens de opgave van het rijksregister, als referentiepersoon van het gezin, vermeld staat in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister, ook geregistreerd als referentiepersoon in de databank;

voor een onderneming is het een meerderjarige natuurlijke persoon die geacht wordt de onderneming rechtsgeldig te vertegenwoordigen.

8° Recyclagepark: een bij toepassing van VLAREMA vergunde inrichting waar particulieren en eventueel ook bedrijven onder toezicht van op vastgestelde dagen en uren bepaalde gesorteerde huishoudelijke afvalstoffen en eventueel met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen kunnen deponeren.

9° Sorteerstraat: een combinatie van (ondergrondse) afvalcontainers ten behoeve van de inzameling van de fracties restafval, pmd, gft en papier & karton.

10° Toegangskaart: elektronische kaart op naam van de referentiepersoon die bij aanbieding toegang verleent tot de ondergrondse containerterminal (OCT) en het gemeentelijk recyclagepark. De kaart registreert de gebruiker en het volume of het gewicht van de aangeboden fractie. Elke gebruiker en bij uitbreiding ook de kaart maakt deel uit van een door EcoWerf gedefinieerde gebruikersgroep.

 

§ 3. Definities afvalfracties:

1° Afgedankte elektrische en elektronische apparaten: apparaten die elektrische stromen of elektronische velden nodig hebben om naar behoren te kunnen werken, en apparaten voor het opwekken, overbrengen en meten van die stromen en velden, die onder een van de categorieën, vermeld in artikel 3.4.4.2 van het VLAREMA, vallen en die bedoeld zijn voor gebruik met een spanning van maximaal 1000 volt bij wisselstroom en 1500 volt bij gelijkstroom. Daarin zijn ook alle onderdelen, subeenheden en verbruiksmaterialen begrepen die deel uitmaken van het product op het moment dat het wordt afgedankt. De volgende apparaten vallen niet onder deze definitie: apparaten die deel zijn van andere elektrische apparatuur, apparatuur die verband houdt met de bescherming van de wezenlijke belangen van de veiligheid van lidstaten, wapens, munitie en oorlogsmateriaal, tenzij het gaat om producten die niet specifiek voor militaire doeleinden zijn bestemd, en grote, niet-verplaatsbare industriële installaties van elektrische en elektronische gereedschappen en tuingereedschappen.

2° Asbestcement: alle voorwerpen uit gebonden asbest zoals eternieten golfplaten, schaliën, vlakke eterniet … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van losse asbest, plastic golfplaten, …

3° Boomstronken: alle boomstronken die na ontdaan te zijn van wortels en aarde kunnen worden ingezet in de groencompostering en/of kunnen worden verhakseld voor hergebruik.

4° Bouwafval: zuivere steenslag, betonblokken, versteende cement, gips, kalk, plaasterplaten (o.a. Gyproc), asbest-cementplaten (o.a. Eternit) , cellenbeton (o.a. Ytong), keramiek, asfalt van opritten, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van grote hoeveelheden bouwafval, beton vermengd met ijzer, glas, hout en/of aarde.

5° Cellenbeton: alle schuimbeton ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit.

6° E.P.S.: zuiver witte piepschuim ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit met uitzondering van gekleurd piepschuim, verpakkingschips, verpakkingspiepschuim afkomstig van voedingsmiddelen, vervuild piepschuim, styrofoamplaten,…

7° Frituurolie en afgelaten motorolie: alle soorten smeerolie en/of industriële olie, op minerale of synthetische basis ontstaan door de werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit in het bijzonder afgewerkte motorolie, frituurolie, met uitzondering van grote hoeveelheden motorolie, olie met pcb’s of andere giftige stoffen.

8° Gips en kalk: bouwafval uit gips en kalk zoals gipsplaten, kalk, gips, bezetsel … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van cement, stenen, asfalt,…

9° Glas: hol glas en vlak glas ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of gelijkaardige bedrijfsactiviteiten, ontdaan van dopsels, deksels en sluitingen, met uitzondering van vuurvaste voorwerpen en hittebestendig glas, gewapend glas, kristal, opaal glas, rookglas, autoruiten, plexiglas, gloeilampen, spaarlampen, tl-lampen, stenen, tegels, porselein, aardewerk, beeldbuizen van tv’s,…

        hol glas betreft alle lege glazen flessen en bokalen van dranken, fruit en groenten, voedingswaren, confituren, sausen...;

        vlak glas betreft vlak glas uit de bouwsector, zoals venster- en deurglas en glas van gevelelementen. Hieronder valt niet het gelaagd glas (bijv. van voertuigen), loodglas, hittebestendig glas (bijv. pyrex, glas van kacheltjes), glas van zonnepanelen…

10° Gras- en bladafval: alle vers gazonmaaisel en bladeren afkomstig van normaal tuinonderhoud, met uitzondering van oud en rot gazonmaaisel en gras vermengd met grond.
11° Groenafval: organisch composteerbaar afval zoals plantenresten, haagscheersel, snoeihout, bladeren, organisch afval uit parken en plantsoenen, boomstronken, gazon - en wegbermmaaisel en kerstbomen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit.
12° Groente-, fruit- en tuinafval (gft): organisch composteerbaar afval zoals schillen en resten van fruit (ook citrusvruchten), groenten en aardappelen; dierlijk en plantaardig keukenafval en etensresten; broodresten; koffiedik en papieren koffiefilters; papier van keukenrol; noten en pitten; vlees- en visresten, schaaldierresten (uitgezonderd mosselschelpen, oesterschelpen …); vaste zuivelproducten (kaasresten); eieren en eierschalen; fijn tuin- en snoeiafval (bladeren, gras, onkruid, haagscheersel, versnipperd snoeihout …); kamer- en tuinplanten; schaafkrullen en zaagmeel van onbehandeld hout; mest van  huisdieren met een maximum van 10% per aangeboden hoeveelheid in de gft-container. Dit alles ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of uit een bedrijfsactiviteit die vergelijkbaar is met een huishouden.
13° Grofvuil: alle huishoudelijke afvalstoffen en voorwerpen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding of ermee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen en die omwille van de omvang, de aard en/of het gewicht niet in het recipiënt voor de huisvuilinzameling kunnen worden aangeboden, met uitzondering van: papier en karton, textiel, glas, kga (Klein Gevaarlijk Afval), gft (groenten, tuin– en fruitafval) en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval, pmd, oude metalen, houtafval, snoeihout en groenafval, afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA), autobanden, steenachtige fracties van bouw - en sloopafval, matrassen en andere selectief ingezamelde afvalstoffen.
14° Harde plastics:  alle zuivere harde plastics zoals deuren, rolluiken, buizen, dakgoten, tuinmeubelen, bloempotten, plastic kleerhangers, speelgoed, wasmanden, emmers ... ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van plastic flessen en flacons (pmd), verpakkingen van gevaarlijke producten (kga), bouw- en isolatiematerialen, tuinslang, verpakkingen van voedings- waren, plastic blisters en straps, cd’s, dvd’s en videobanden (restafval),...
15° Herbruikbare goederen: alle door de normale werking van een particuliere huishouding ontstane afvalstoffen die worden aanvaard door het erkend Kringloopcentrum en geschikt kunnen worden gemaakt voor hergebruik, zoals meubelen, kleding, kleine huisraad, boeken, elektronische informatiedragers, speelgoed,…
16° Huishoudelijk afval: alle afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van de particuliere huishouding en/of afvalstoffen ontstaan door een gelijkaardige bedrijfsactiviteit.
17° Keramiek: alle keramiek ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit zoals wc-potten, lavabo’s, tegels, stenen borden en tassen, porselein,… met uitzondering van steenafval.
18° Klein Gevaarlijk Afval (KGA): de afvalstoffen zoals opgesomd in artikel 5.2.2.1. van het VLAREMA.  19° Kurk: alle afvalstoffen uit kurk, afkomstig van de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, zoals stopsels, deksels, sluitingen, tegels, wandbedekking,…

20° Oude Metalen: alle ferro- en non-ferro metalen voorwerpen ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van ferro- en non-ferroverpakkingen, kga en elektrische en elektronische toestellen.

21° Papier en karton: kranten en tijdschriften, folders uit de plastic verpakking, printpapier en alle verpakkingen uit papier en karton die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding of ermee gelijkgestelde bedrijfsafvalstoffen, met uitzondering van vuil en vettig papier en karton, behangpapier, cellofaanpapier en aluminiumfolie en -zakjes.

22° Plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons (pmd): flessen, flacons, schaaltjes, vlootjes, bakjes, potjes, tubes, folies, zakken, drank- en conservenblikken, spuitbussen voor voedingsmiddelen of cosmetica, aluminium bakjes en schaaltjes, deksels, doppen, kroonkurken,  drankkartons en drankcapsules, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit. De aangeboden plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons mogen geen kga, glas, etensresten of andere afvalstoffen bevatten.

23° Sloophout: alle zuiver afvalhout afkomstig van constructiewerken, bouwmaterialen, meubilair en grote speeltuigen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van  geïmpregneerde houtsoorten (tuinmeubelen), hout vermengd met ijzer of glas, treinbilzen.

24° Snoeihout: alle hout afkomstig van het normaal onderhoud van de tuin (met een diameter van minder dan 10 cm), haagscheersel.

25° Steenafval: zuivere steenslag, (gewapend) beton, versteende cement, betonnen palen … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van vervuilde steenslag (bv. met grond), asfalt, keramiek, gips en kalk, cellenbeton, asbest,…

26° Textiel: alle niet verontreinigde kleding, huishoudlinnen, woningtextiel (gordijnen, overgordijnen, tafelkleden, servetten…), beddengoed, schoeisel, handtassen en lederwaren ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit.

27° Landbouwfolie: kuilfolie (zwart/wit/zwart-wit) of rek/wikkelfolie (groen/wit) die wordt gebruikt in het kader van een landbouw, tuinbouw- of veeteeltactiviteit.

 

Art.  2.

De contantbelasting is verschuldigd door de gebruiker op basis van de kostprijs van de specifieke dienstverlening en wordt aangerekend naar gelang van de soort en de hoeveelheid of het gewicht van het afval bij de huis-aan-huis-inzameling, de inzameling via het recyclagepark en de sorteerstraten.

 

Art. 3.

§ 1. Huis-aan-huisinzameling

De contantbelasting voor de huis-aan-huis inzameling in functie van de fractie en het volume van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen wordt hieronder weergegeven.

 

a) Huisvuil

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

Per zak van 30 liter

1,00

1,00

Per zak van 60 liter

2,60

2,60

 

Met een maximum gewicht per zak zoals gespecificeerd in het politiereglement huishoudelijke afvalstoffen.

 

b) Gft

Jaarsticker 2025

Particulieren (euro)

KMO (euro)

Per container van 40 liter

30,00 (na 1 augustus 15,00)

30,00 (na 1 augustus 15,00)

Per container van 120 liter

55,00 (na 1 augustus 27,50)

55,00 (na 1 augustus 27,50)

Jaarsticker 2026

Particulieren (euro)

KMO (euro)

Per container van 40 liter

30,00 (na 1 augustus 15,00)

30,00 (na 1 augustus 15,00)

Per container van 120 liter

60,00 (na 1 augustus 30,00)

60,00 (na 1 augustus 30,00)

Jaarsticker 2027 tot 2031

Particulieren (euro)

KMO (euro)

Per container van 40 liter

32,00 (na 1 augustus 16,00)

32,00 (na 1 augustus 16,00)

Per container van 120 liter

65,00 (na 1 augustus 32,50)

65,00 (na 1 augustus 32,50)

 

c) Pmd

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

Per zak van 60 L

0,15

0,15

Per zak van 90 L

0,20

0,20

 

d) Grofvuil

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

Voorrijkost op afroep

7,50

12,50

Verwerking per begonnen 0,5 m³

8,00

8,00

 

of

 

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

1-persoonsbed

8,00

8,00

2-persoonsbed

16,00

16,00

Zetel: 1-zit

8,00

8,00

Zetel: 2-zit

16,00

16,00

Zetel: 3-zit

24,00

24,00

Stoel (2 stuks)

8,00

8,00

(Tuin-)tafel

8,00

8,00

 

§2. Inzameling via DifTar recyclagepark op volume

De contantbelasting in functie van volume van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen op het recyclagepark wordt hieronder weergegeven.

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

Bezoek aan het reyclagepark

- Auto, voetganger, fiets

3,00

6,00

- Aanhangwagen

9,00

18,00

- Bestelwagen

20,00

36,00

Asbestcement, kga, aeea,  matrassen

Een voertuig dat enkel asbestcement, kga, aeea en/of matrassen aanvoert, heeft gratis toegang

 

Gratis toegangsbeurten per jaar

- 5 per aansluitpunt voor

Gezinnen

- 3 per aansluitpunt voor alleenwonenden

- Een personenwagen, fietser

of voetganger wordt

verrekend als 1 gratis

toegangsbeurt

- Een bestelwagen kan geen gebruik maken van de gratis beurten

- Een aanhangwagen wordt

geteld als 3 toegangsbeurten

 

Tarief grote hoeveelheden

Vanaf het 19e bezoek binnen hetzelfde kalenderjaar worden de KMO-tarieven van toepassing op de betrokken particulier

 

 

Bijkomend tarief voor grofvuil:

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

Verwerking per begonnen 0,5 m³

8,00

8,00

of per specifieke fractie:

 

 

1-persoonsbed

8,00

8,00

2-persoonsbed

16,00

16,00

Zetel: 1-zit

8,00

8,00

Zetel: 2-zit

16,00

16,00

Zetel: 3-zit

24,00

24,00

Stoel (2 stuks)

8,00

8,00

(Tuin-)tafel

8,00

8,00

 

Art. 4.

De bedragen van de belasting, vermeld in art. 3 §1 d) en art.3 §2, worden jaarlijks ingaande per 1 januari geïndexeerd en dit voor een eerste maal op 1 januari 2025, waarbij het geïndexeerde bedrag afgerond wordt op twee decimalen volgens de rekenkundige afronding (kleiner dan 5 afronding naar beneden, groter of gelijk aan 5, afronding naar boven) via onderstaande formule:

k = 0,4*(p/P) + 0,45*(c/C) + 0,15

 

waarbij:

P= PC121 Cat. 3.A (Ophaling afval, ledigen en reinigen van riolen, septische putten en reservoirs) op 1 januari 2023

p= PC121 Cat. 3.A (Ophaling afval, ledigen en reinigen van riolen, septische putten en reservoirs) op 1 juli van jaar x-1

C= consumptieprijsindex basisjaar 2013 op 1 januari 2023

c= consumptieprijsindex basisjaar 2013 op 1 juli van jaar x-1

x= aanslagjaar

Prijsherziening = (herzieningscoëfficiënt (k) - 1) * herzienbaar gedeelte

De herziene bedragen kunnen echter nooit de maximumtarieven zoals vastgesteld door OVAM overschrijden. Bij overschrijding wordt automatisch het wettelijk vastgelegde maximumtarief gehanteerd.

 

Art. 5.

Indien het afval wordt aangeboden door een gezin dan is de belasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon van het gezin en alle meerderjarige leden van het gezin die in de woongelegenheid van de referentiepersoon verblijven.

Indien het afval wordt aangeboden door een onderneming of vereniging dan is de belasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon en de onderneming, zijnde iedere natuurlijke – of rechtspersoon die de onderneming uitmaakt of de leden van de vereniging, indien deze geen rechtspersoonlijkheid heeft.

 

Art. 6.

§ 1.Iedere referentiepersoon die geregistreerd staat in Aorta beschikt over een DifTar-rekening waarmee voor bepaalde dienstverleningen van EcoWerf betaald kan worden.

Bij afmelding (verhuis, overlijden, …) wordt de DifTar-rekening gesloten en wordt het nog beschikbare bedrag teruggestort op rekeningnummer van de begunstigde, tenzij de begunstigde nog een openstaande schuld heeft aan de gemeente. Een eindafrekening wordt afgeleverd aan de begunstigde.

 

§ 2. De personen die gebruik maken van de voorgeschreven pmd-zakken en huisvuilzakken zijn de contantbelasting verschuldigd bij de aankoop ervan op de door de gemeente vastgestelde plaats(en).

Indien het saldo van de DifTar-rekening ontoereikend is en de vervaldatum van de herinnering nog niet verlopen is, zal de bezoeker van het recyclagepark hierop attent gemaakt worden en nog slechts één maal de mogelijkheid hebben om het tarief voor betalende fracties via de DifTar-rekening te betalen. In dit geval zal ook steeds gevraagd worden om de DifTar-rekening aan te zuiveren met een minimaal bedrag dat gelijk is aan de schuld.

Indien het saldo van de DifTar-rekening ontoereikend is en de vervaldatum van de herinnering is verlopen, zal bij de ingang gevraagd worden om de DifTar-rekening aan te zuiveren met een minimaal bedrag dat gelijk is aan de schuld. Indien het saldo niet wordt aangezuiverd zal hij/zij geen toegang krijgen tot het betalend gedeelte en zal de uitgang geweigerd worden met de vraag om het openstaande saldo aan te zuiveren. Men zal ook geen gebruik meer kunnen maken van de inzameling op afroep tot het saldo werd aangezuiverd.

 

§ 3. Voor de vervanging van een verloren, beschadigde en/of gestolen toegangskaart of een extra toegangskaart wordt een contantbelasting gevraagd van  5,00 euro. Dit bedrag zal aangerekend worden via de DifTar-rekening.

Niet-inwoners of toekomstige inwoners van de gemeente kunnen, voor het aanbrengen van afval

afkomstig vanuit de gemeente, een kaart voor het recyclagepark aanvragen bij het gemeentebestuur.

De kaarten worden uitgeleend voor een periode van maximum 3 weken, tegen een waarborg van 50

euro.

 

Art. 7.

Bij ontstentenis van betaling wordt de contantbelasting conform artikel 4, § 7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen omgezet in een kohierbelasting.

Door de opname in een kohier verkrijgt de belasting vanaf dan alle kenmerken van een kohierbelasting, met inbegrip van een betalingstermijn van twee maanden en een bezwaartermijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

De belasting is persoonsgebonden waardoor de gemeente de mogelijkheid heeft om gebruik te maken van het positief saldo op een ander particulier ASP betreffende dezelfde persoon/referentiepersoon om het negatief saldo aan te zuiveren, alvorens over te gaan tot inkohiering.

 

Art. 8.

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar op afgiftebewijs indienen tegen deze contantbelasting bij het College van Burgemeester en Schepenen.

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum van de contante inning/aanrekening op de DifTar-rekening.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding gestuurd, binnen vijftien kalenderdagen na indiening ervan.

Het bezwaar wordt behandeld volgens de bepalingen van artikel 9, § 4 en 5 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De kennisgeving van de beslissing zal de instantie vermelden waarbij, en de termijn waarbinnen, er tegen de beslissing beroep kan aangetekend worden conform artikel 10 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Een afschrift van de beslissing zal meegedeeld worden aan EcoWerf.

 

Art. 9.

Deze belasting zal definitief zijn indien geen tijdige dan wel ontvankelijke bezwaren ingediend werden.

 

Art. 10.

Het contantbelastingreglement op de inzameling van huishoudelijk afval huis-aan-huis en op het recyclagepark van 24 oktober 2023 wordt opgeheven vanaf de inwerkingtreding van dit reglement.

 

Art. 11.

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2025. 

 

Art. 12.

De gemeenteraad gelast het college van burgemeester en schepenen met de uitvoering van dit besluit.

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2024
Overzicht punten

Zitting van GRD van 19 12 2024

 

Bijenreglement - kennisneming vernietiging

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2024
Overzicht punten

Zitting van GRD van 19 12 2024

 

Organisatiebeheersing - kennisneming rapport 2024

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2024
Overzicht punten

Zitting van GRD van 19 12 2024

 

Onderzoek tot het voorzien van een oversteekplaats voor voetgangers Hoekje-Groenstraat-Losting

 

 

Voorgeschiedenis

        E-mail van 14 december 2024
Raadslid Nele Barthier (N-VA) dient bij de algemeen directeur een toegelicht voorstel van beslissing in als toegevoegd agendapunt voor de raad van 19 december.

 

Feiten en context

        Om het centrum van Nieuwrode te ontlasten stuurt men met behulp van bewegwijzering het verkeer komende vanuit Rotselaar en Sint-Pieters-Rode via Hoekje en de Groenstraat richting de E314, Tienen of Aarschot. Ook omgekeerd wordt het gebruik van deze straten gestimuleerd. Hierdoor komt heel veel gemotoriseerd verkeer langs deze wegen.

        Bewoners geven aan dat er voor hen, maar ook voor lagere schoolkinderen en passanten, geen veilige oversteekplaatsen voor voetgangers aanwezig zijn wanneer ze zich vanaf het centrum van Nieuwrode en de lagere school richting Kerkebos of de Groenstraat verplaatsen (of omgekeerd).

        Hoekje, Groenstraat en Losting zijn gemeentewegen.

 

Juridische gronden

        Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 21
Gemeenteraadsleden kunnen uiterlijk vijf dagen voor de vergadering punten aan de agenda toevoegen. De gemeenteraadsleden bezorgen daarvoor hun toegelicht voorstel van beslissing aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de gemeenteraad. De algemeen directeur deelt de aanvullende agendapunten, zoals vastgesteld door de voorzitter van de gemeenteraad onmiddellijk mee aan de gemeenteraadsleden, samen met de bijbehorende toegelichte voorstellen.

        De wet betreffende de politie over het wegverkeer.

        Het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

        Het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.

        Het ministerieel rondschrijven betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing van verkeerstekens.

        De Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988 en inzonderheid art. 130 bis van deze wet.

        Het Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

        Het K.B. van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie van het wegverkeer.

        Het K.B. van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg.

        Het BVR van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.

        De omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009.

        De algemene omzendbrief nopens de wegsignalisatie Deel III Wegmarkeringen van 12 juli 2019 (dienstorder MOW/AWV/2019/2)

 

Argumentatie

        Het aanbrengen van een of meerdere oversteekplaatsen voor voetgangers in Hoekje, de Groenstraat en Losting kunnen de veiligheid voor deze zwakke weggebruikers verhogen.

 

Bijlage

        fotomateriaal

 

BESLUIT

Eenparig

 

Enig artikel.

De gemeenteraad geeft opdracht aan het college van burgemeester en schepenen om te onderzoeken of het aangewezen is om oversteekplaatsen voor voetgangers te voorzien in Hoekje, Groenstraat en Losting en, indien het resultaat positief is, hiertoe een voorstel uit te werken om aan de gemeenteraad ter beslissing voor te leggen.

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2024
Overzicht punten

Zitting van GRD van 19 12 2024

 

Vragenkwartier

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2024
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.