Juridische gronden

        De Grondwet, artikel 170, §4;

        Nieuwe Gemeentewet, art. 119bis, 123 en 135§2;

        Wet betreffende politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, en latere wijzigingen;

        Wet van 7 februari 2003 houdende diverse bepalingen inzake verkeersveiligheid;

        Wet van 1 april 2006 betreffende de agenten van politie, hun bevoegdheden  en de voorwaarden waaronder hun opdrachten worden vervuld;

        Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

        Bestuursdecreet van 7 december 2018 betreffende de openbaarheid van bestuur;

        Decreet van 16 mei 2008 betreffende aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;

        Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, en latere wijzigingen;

        Koninklijk Besluit van 22 december 2003 houdende vaststellingen van de datum van inwerkingtreding van de Wet van 7 februari 2003 houdende diverse bepalingen inzake verkeersveiligheid, en latere wijzigingen;

        Ministerieel Besluit van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor mensen met een handicap;

        Gemeenteraadsbesluit van 22 november 2022 betreffende de goedkeuring van een aanvullend verkeersreglement houdende de invoering van een regime van kortparkeren in bepaalde openbare parkeerzones in Holsbeek;

 

Argumentatie

        Op enkele plaatsen in Holsbeek, met name voor handelszaken die gelegen zijn op locaties met hoge parkeerdruk en waar veel klanten op korte tijd komen, is het wenselijk de parkeerrotatie te bevorderen door enkele plaatsen voor te behouden voor kortparkeren. Deze situatie doet zich momenteel voor in de omgeving van de gemeenteschool De Zilverlinde, waar het wenselijk is ook voor het afzetten en ophalen van kinderen van de school en de muziekacademie enkele plaatsen te voorzien met hoge parkeerrotatie. De aanvullende verkeersreglementen die daarvoor reeds eerder goedgekeurd werden door               de gemeenteraad, kunnen niet meer gehandhaafd worden. Om handhaving mogelijk te maken, is het wenselijk deze te vervangen door een regeling ‘blauwe zone’ met beperking van de parkeerduur.

        Een parkeervergoeding, onder de vorm van een retributie op parkeren voor langere duur (waaronder de blauwe zone), is een vergoeding voor het ter beschikking stellen van een parkeerplaats door de gemeente.

        De blauwe zone-reglementering is niet van toepassing op personen met een handicap.

        Het langdurig parkeren op basis van een vergunning naar aanleiding van tijdelijke bouw- of verbouwwerken, of naar aanleiding van de inname van het openbaar domein (containers……) is onderworpen aan de belasting op inname van het openbaar domein, volgens het reglement vastgesteld door de gemeenteraad op 31 mei 2022. In dat geval is deze retributie op het parkeren in zones met beperkte parkeertijd niet van toepassing.

        De controle op het naleven van de blauwe zone-reglementering zal gebeuren door de lokale politie van zone Lubbeek. Deze zal haar vaststellingen overmaken aan de gemeentediensten.

        De invordering van de retributie brengt indien niet tijdig betaald wordt, kosten mee die gemaakt worden voor het verzenden van betalingsherinneringen, en aangetekende zendingen. Het is billijk om deze kosten op de nalatige debiteuren te verhalen.

 

Financiële gevolgen

        De financiële afhandeling van een retributie op het parkeren in zones met beperkte parkeertijd gebeurt via de gemeentelijke boekhouding.  Het budget wordt voorzien in de meerjarenplanaanpassing  2023.

 

BESLUIT

Eenparig

 

Artikel 1.

Heffingstermijn – retributieplichtig feit

Met ingang van 1 januari 2023 wordt ten behoeve van de gemeente een retributie geheven voor het parkeren van motorvoertuigen op plaatsen waar het parkeren toegelaten is binnen een aantal afgebakende blauwe zones op de openbare weg of op de plaatsen gelijkgesteld aan de openbare weg.

 

Art. 2.

Definities

Dit reglement beoogt het parkeren van een motorvoertuig op plaatsen waar parkeren toegelaten is en waar een blauwe zone-reglementering van toepassing is.

Onder volgende begrippen wordt verstaan:

        Openbare weg: de wegen en hun trottoirs of nabijgelegen bermen die eigendom zijn van de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke overheden.

        Een met openbare weg gelijkgestelde plaats: parkeerplaatsen gelegen op de openbare weg, zoals vermeld in artikel 4, §1, 2° lid van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten.

        Een blauwe zone is het gedeelte van de openbare weg waar parkeren met een beperkte parkeertijd van toepassing is, zoals omschreven in de artikels 27.1 en 27.2 van het KB van 1 december 1975 betreffende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.

 

Art. 3.

Retributieplichtige

De retributie is verschuldigd door de gebruiker van het voertuig, of indien deze niet gekend is door de titularis van de nummerplaat van het voertuig.

De retributie is verschuldigd zodra het voertuig langer geparkeerd is dan de tijd die toegelaten is door de verkeersborden, en is betaalbaar door overschrijving op de rekening van de gemeente.

 

Art. 4.

Modaliteiten

        De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van de parkeerschijf, overeenkomstig artikel 27.1.1 van het Koninklijk Besluit van 1 december 1975.

       Als de parkeerschijf niet zichtbaar achter de voorruit van zijn voertuig is geplaatst of in geval de gebruiker de pijl niet op het streepje plaatst dat volgt op het tijdstip van aankomst of indien de gebruiker de aanduidingen wijzigt zonder dat het voertuig de parkeerplaats heeft verlaten, wordt de gebruiker steeds geacht te kiezen voor de betaling van het in artikel 5, laatste zin vermelde forfaitaire tarief.

       Het voertuig moet de parkeerplaats verlaten hebben uiterlijk bij het verstrijken van de vergunde parkeerduur ( art 27.1.2- KB 01/12/75).

        Het parkeren van voertuigen gebruikt door personen met een handicap is gratis. Het statuut van “persoon met een handicap” wordt beoordeeld op het ogenblik van het parkeren door het aanbrengen op een zichtbare plaats achter de voorruit van het voertuig van de kaart uitgereikt overeenkomstig het ministerieel besluit van 29 juli 1991, gewijzigd door het MB van 7 mei 1999, 26 september 2005 en door het MB van 23 juni 2011.

        Het parkeren van voertuigen door houders van een voor deze locatie specifieke vergunning, bijvoorbeeld houders van een vergunning naar aanleiding van tijdelijke bouw- of verbouwwerken, of naar aanleiding van de inname van het openbaar domein (containers……), is niet onderworpen aan deze retributie op voorwaarde dat de vergunning duidelijk zichtbaar is aangebracht achter de voorruit van het voertuig, en indien er geen voorruit is, op het voorste deel van het voertuig, of als het geen voertuig is op een duidelijk zichtbare plaats, beschermd tegen de weersinvloeden.

        Het parkeren is gratis voor hulpdiensten en gemeentediensten.

 

Art. 5.

Tarieven

De retributie wordt als volgt vastgesteld:

        Gratis voor de maximale duur die toegelaten is door de verkeersborden

        Een forfaitair bedrag van 30 euro per dag wordt aangerekend indien niet voldaan wordt aan de voorwaarden omschreven in artikel 4.

 

Art. 6.

Wijze van inning

Bij toepassing van het in artikel 5 vermelde forfait, brengt de aangestelde van de gemeente een uitnodiging om de retributie binnen de tien dagen te betalen aan op de voorruit van het voertuig, of verzenden de gemeentediensten een uitnodiging tot betalen aan de retributieplichtige.

De retributie is betaalbaar door overschrijving op de rekening van de gemeente.

 

Art. 7.

Invordering

De kosten voor het verzenden van aanmaningen en aangetekende zendingen vallen ten laste van de schuldenaar van de retributie, zoals bepaald in artikel 3.

De kosten worden als volgt vastgesteld:

        Verzending van een eerste aanmaning: 0 euro;

        Verzending van een tweede (aangetekende) aanmaning: 15 euro administratiekosten;

        Verdere invordering door een gerechtsdeurwaarder: de vergoeding van de deurwaarder.

 

Art. 8.

Betwisting

In geval van betwisting zijn de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Leuven bevoegd.

 

Art. 9.

Bekendmaking

Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 tot en met 288 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.

 

Art. 10.

Melding aan de toezichthoudende overheid

Overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 wordt de toezichthoudende overheid op de hoogte gebracht van de bekendmaking van dit besluit.

 

Dit besluit wordt gecommuniceerd op volgende wijze:

        Gemeentelijke website